Portret

‘Heel belangrijk om

georganiseerd te zijn’



‘Je moet het samen doen’, is de wijze les die de negentigjarige Jan Niemeijer mee­geeft. Het was absoluut zijn motto als groepschef bij de politie in Drachten. En het is nog steeds de beweegreden voor zijn lid­maatschap bij de NPB. In 1954 sloot hij zich aan bij de vakbond die hem het meest aansprak. Vooral uit solidariteit voelt hij er zich nog steeds mee verbonden. ‘Ze hebben het nodige voor me gedaan en betekend. Datzelfde gun ik de collega’s van nu ook van harte.’

Het vuur in zijn ogen is nog niet verdwenen. Als Jan vertelt over het conflict dat hij op dit moment met de gemeente heeft, laait het in volle hevigheid op. We hebben het dan ook over zijn favoriete thema: verkeer en verkeersveiligheid. Vanaf het eerste moment dat hij bij de Koninklijke Marechaussee op de motor stapte tot nu, kan hij er zich hele­maal in verliezen. ‘Nee, dat is inder­daad niet weggegaan na mijn afscheid van de actieve dienst.’

Onder het toeziend oog van een collega en enkele omstanders meet Jan Niemeijer het geluid van een bromfiets.

Veel plezier en liefde

Met gepaste trots laat hij het plakboek met kranten­knipsels zien. De nieuwe aanpak van alcoholcontrole, opge­voerde brommers en de afstelling van de kop­lampen: het haalde stuk voor stuk het nieuws. ‘Ik mag wel zeggen dat we hier in Drachten vaak vooropliepen als het ging om de aanpak van verkeerszaken. Er zijn hier ook ver­schillende landelijke proeven gedaan. Dat had zeker alles te maken met de manier waarop mijn team en ik de zaken aanpakten. En de ruimte die we vanuit onze leiding kregen’, vertelt hij. Hij vult aan dat hieruit ook het nodige onderlinge vertrouwen sprak. ‘Dat werk heb ik altijd met veel plezier en liefde gedaan. Ik durf wel te stellen dat ik nooit met tegenzin naar mijn werk ben gegaan.'

Vol trots toont Jan Niemeijer het beeldje dat de NPB hem overhandigde om zijn 70-jarig lidmaatschap te markeren. 

Meteen bij de bond

Vrijwel meteen in het begin heeft Jan zich ook bij de vakbond aangesloten. ‘Het is gewoon enorm belangrijk om georganiseerd te zijn. Omdat je alleen samen het verschil kunt maken’, stelt hij. Daarbij wijst hij op de enorme verbeteringen in het salaris van politie­mensen na de Tweede Wereld­oorlog. ‘Toen zijn we er behoorlijk op vooruitgegaan. Daar heeft de NPB al een belang­rijke rol in gespeeld. Voor de oorlog was de bezoldiging van politie­mensen echt aan de magere kant. Politiewerk werd toen niet zo op waarde geschat.' De groei in pro­fessionalisering en de status van het beroep schrijft de NPB-nestor zeker op het conto van de politiebond.

Al jong bij de politie

Zijn grote rechtvaardigheidsgevoel is een belangrijke drijfveer geweest in zijn loop­baan en leven tot nu toe. ‘Daarom wilde ik al op heel jonge leeftijd bij de politie. Zo ben ik bij een lokale veld­wachter in een politieschooltje terecht­gekomen. Vervolgens ging ik - zelfs voordat ik de vereiste leeftijd van 21 had - naar de marechaussee. En daar­na naar de politie in Leeuwarden voor de politieopleiding’, vertelt Jan, om vervolgens allerlei anekdotes uit de verschillende tijden te vertellen. Bij­voorbeeld over het moment dat hij een vechters­baas achtervolgde, maar bij het vastgrijpen niet met de knuppel tekeer kon gaan. ‘Weer dat gevoel van recht­vaardigheid, hè. Ik kon dat niet bij die jongen in die positie.’ Maar ook over de situatie waarop hij met zijn judovaardigheden een notoire Leeuwardenaar in zijn eentje over­meesterde en aan zijn kraag naar het bureau bracht. ‘Ik had het pas door toen ze me raar aankeken en ver­telden wie het was.’

Nog steeds actief

Ook op dit moment speelt de recht­vaardigheid nog steeds parten. Nu gaat het om een probleem met het op de stoep parkeren in zijn eigen buurt. ‘Als ik de reacties en acties van de gemeente lees en zie, dan kan dat er bij mij niet in. Dan moet ik daar gewoon iets mee doen. Zeker als het met verkeer en verkeersveiligheid te maken heeft’, laat hij weten. Met lede ogen ziet hij daarom ook dat tegen­woordig de verkeerstaken bij de huidige politieorganisatie steeds meer naar de achtergrond verdwijnen. ‘Ik snap dat ze daar, met het takenpakket en de bezetting van nu, niet aan toe­komen. Maar het doet me toch wel pijn. Want in mijn ogen blijft het gewoon een heel belangrijke taak voor de politie én voor de burger.’

Jan Niemeijer wijst naar het cadeau dat hij bij zijn afscheid ontving van zijn team.

tekst: Jos de Blank | foto's: Jos de Blank en archief Jan Niemeijer