Halverwege het gesprek maakt Ron even een voorbehoud. ‘Binnen de hele opzet van de bond hebben we onze structurele plek nog niet gevonden. Dat betekent dat onze adviezen niet duidelijk op alle plekken in het bestuur doorkomen. Maar aan die situatie wordt op dit moment hard gesleuteld. Het is belangrijk dat het geluid voor onze specifieke groep straks breed gehoord wordt’, legt hij uit. Waarbij hij meteen aangeeft dat dit voor meer geledingen binnen de NPB zou moeten gelden.

Ron vervolgt: ‘Natuurlijk zijn er arbeids­voorwaarden en regelingen, die van belang zijn voor iedere medewerker. Voor 50-plussers komen daar toch wat specifieke zaken bij. Het fysieke is dan bijvoorbeeld het allereerste waar je aan denkt. In dat kader hebben we het advies om bijvoorbeeld bij fysieke testen de leeftijdsgroepen niet te zwaar te mengen. Dus niet heel jonge mensen met ouderen samen. Gewoon omdat dat mentaal al bepaalde consequenties kan hebben. Aan de ene kant kunnen mensen over de kop gaan omdat ze mee willen komen. En aan de andere kant kun je bij voorbaat de moed al opgeven.’

Als het gaat om fysieke belasting gaat het voor de 50-plussers ook over de invulling van de operationele inzet. ‘Nachtdiensten worden op hogere leeftijd toch problema­tischer. Gelukkig bestaan er daarvoor al de nodige regelingen. En ook op het gebied van het samenstellen van werkzaamheden zijn er mogelijkheden’, geeft de voor­zitter van het 50+-netwerk aan. ‘Toch kun je absoluut nog niet spreken van een samenhangend ouderenbeleid. En daar willen we als bond zeker op aansturen en aandringen.’ Hij vertelt dat via het dagelijks bestuur en de beleids­medewerkers van de NPB, het 50+-geluid ook regelmatig wordt mee­genomen naar de overleggen met de werkgever. ‘Aan de tafels van het CGOP (red: Centraal Georganiseerd Overleg Politie) en bij de cao-onder­handelingen.’

Hierop komt Ron te spreken over het verschil tussen actieven en post-actieven binnen het 50+-netwerk. ‘Wat ik tot nu toe heb aangehaald heeft alleen betrekking op de actieven. Gelukkig hebben we ook een grote groep gepensioneerden, die zich nog steeds met onze bond betrokken voelt. Ook voor dat deel - waar ik zelf nu bij hoor - willen we wat betekenen’, vervolgt hij. Dit zal in dat geval niet meer op een ‘arbeidsvoorwaardelijke’ wijze kunnen. Ron ziet daar veel meer kansen in sociaal en informatief opzicht. ‘Ik denk dan vooral aan mogelijkheden om afdelingsbesturen binnen de NPB te helpen met bedenken en organiseren. Iets wat trouwens in sommige delen van het land al op een mooie manier gebeurt.’

Met deze positie en inbreng van het netwerk voor ogen, doet Ron daarom een gerichte oproep aan alle 50-plussers binnen de politie. ‘We kunnen ieders inbreng goed gebruiken. Zodat we de geluiden vanuit alle hoeken van de politie­organisatie kunnen laten horen. Voel je je dus als 50-plusser ook maar enigszins aange­sproken, meld je dan bij ons’, besluit Ron. ‘Dan hoeft het niet te betekenen dat je je volledig en voor altijd vastlegt. Ik zie veel meer een toekomst waarin per thema gesprekspartners vanuit het 50+-netwerk worden gekoppeld. Zo ben je altijd verzekerd van de inbreng vanuit de praktijk.’