Basispolitieopleiding
PO21 trekt zware wissel op studenten
en docenten
De gekozen aanpak om zo snel mogelijk op een kortere basispolitieopleiding over te schakelen heeft geleid tot alarmerend veel overbelaste docenten en ontgoochelde studenten. De werkgever heeft noodmaatregelen aangekondigd, maar ook gemeld dat de huidige ‘uitdagingen’ nog minstens een jaar blijven bestaan. De NPB wil dat alle collega’s gezond en gemotiveerd door deze periode heen komen. Wij blijven de ervaringen van onze leden dan ook zorgvuldig monitoren, onder andere door digitale peilingen.
Twee jaar geleden – in mei 2020 – sloten de werkgever en de bonden een akkoord over het intensiveren van de basispolitieopleiding voor instromende medewerkers. Vanaf 2021 zou een BPO geen drie jaar meer duren, maar nog slechts twee jaar. Eerst een schoolperiode van een jaar waarin de nadruk ligt op theoretische vorming. Daarna een praktijkdeel van een jaar waarin de student onder begeleiding ook al wordt ingezet bij het reguliere politiewerk.
Praktische haalbaarheid
De politiebonden wilden vooral de garantie dat de verkorting van de basisopleiding met een jaar niet zou leiden tot kwaliteitsverlies. Dat onderstreepten de voorzitters in april 2022 nog eens in een gezamenlijk interview in de PO21 Nieuwsbrief van het korps. Onderdeel van de afspraak over de onderwijsvernieuwing was de overschakeling al in 2021 in te zetten. De bonden hadden serieuze twijfels over de praktische haalbaarheid daarvan, maar gingen uiteindelijk af op de positieve inschatting van de korpsleiding en de Politieacademie.
Versnelde extra instroom
Daarbij speelde een rol dat alle partijen ervan overtuigd waren dat alles op alles gezet moest worden om het grote voordeel van PO21 – een jaar eerder instromen van duizenden volledig inzetbare nieuwe politiemedewerkers – zo snel mogelijk te realiseren. In 2019 was de pensioenuitstroom van de babyboomers op gang gekomen en die zou de eerste vijf jaar gestaag doorgaan. In totaal zijn voor deze generatiewissel 17.000 nieuwe collega’s nodig – en die moesten eerst nog allemaal worden opgeleid.
De bonden hebben de werkgever in de loop der tijd herhaaldelijk gewaarschuwd voor de komst van deze pensioentsunami. NPB-voorzitter Jan Struijs: ‘Helaas is die noodklok tien jaar genegeerd. Er is niet adequaat op deze voorspelbare verhoging van de uitstroom ingespeeld. Ik laat maar even in het midden of dat aan de korpsleiding, het ministerie of de PA lag.’
Te hoog gegrepen
In februari 2021 (week 5) ging PO21 van start met een landelijke pilot. Drie maanden later (in week 17) werd de eerste volledige instroom gerealiseerd. Helaas bleek de gekozen aanpak al snel toch te hoog gegrepen. Er waren te weinig docenten om de klus te klaren en hun voorbereiding op PO21 schoot tekort. ANPV-voorzitter Xander Simonis: ‘We kregen alarmerende berichten over studenten die sporadisch docenten zagen en veel te weinig onderwijs kregen.’
Voor extra complicaties zorgde het besluit om het nieuwe leerprogramma zoveel mogelijk ook aan te bieden aan de laatste lichtingen studenten die onder het oude leerprogramma waren gestart. Equipe-voorzitter Miriam Barendse: ‘Die transitielichtingen waren achteraf gezien geen goed idee. Daar is iedereen het nu wel over eens.’
Noodkreet PO21
In het najaar van 2021 hield de NPB een digitale peiling over de ervaringen met PO21. Dat leverde ruim 900 reacties op, afkomstig van ruim 700 studenten en daarnaast docenten en praktijk/trajectbegeleiders. De studenten bleken vooral te worstelen met
- Het gebrek aan begeleiding en contacturen: ‘Vier lesuren in een week is echt te weinig.’
- De onduidelijkheid over de prestaties die ze moeten leveren: ‘Het allerergste vind ik de manier van examineren: een heel vaag systeem van portfolio’s samenstellen. Niemand kan duidelijk uitleggen hoe en wat erin moet.’
- De onzekerheid over de kwaliteit van hun opleiding: ‘We maken ons echt zorgen of we straks wel startbekwaam zijn om de straat op te gaan.’
De NPB bundelde de uitkomsten van de enquête tot een Noodkreet PO21. Begin februari werd dit signaal door eenheidsbestuurder Leen Spoor overhandigd aan Rob Tanis, Hoofd Operatiën van de Politieacademie (foto). Op 22 maart publiceerden de tachtig docenten van de Politieacademie een brandbrief over hun te hoge werkdruk sinds de overschakeling op P021. ‘Bij de start was er weinig tijd voor een zorgvuldige implementatie en oud en nieuw onderwijs liepen naast elkaar en zelfs door elkaar toen er transitieklassen kwamen.’
De onderbezetting is extra hoog, aldus de docenten, door de coronapandemie: ‘Al lange tijd kent de PA een relatief hoog ziekteverzuim, waardoor de docenten die nog wel inzetbaar zijn extra zwaar belast worden.’ Ze waarschuwen dat de werkdruk de komende tijd nog hoger wordt doordat het aantal leerteams per docententeam van negen naar twaalf gaat.
‘Uitdagingen’
Op 13 april jongstleden publiceerde de Politieacademie een reactie op de Noodkreet PO21 van de NPB en de brandbrief van de docenten. Directeur Pim Miltenburg laat daarin weten de ernst van de aangekaarte problemen te herkennen en erkennen. Hij kondigt extra maatregelen aan (extra inhuur, extra inspanningen op wervingsgebied), maar benadrukt ook niet kan worden voorkomen dat de Politieacademie nog zeker een jaar zal moeten worstelen met ‘een fiks aantal uitdagingen’.
Volhouden tot in 2023
Toch ziet Miltenburg licht aan het eind van de tunnel. Komende zomer ronden de laatste PO2002-klassen hun opleiding af en eind 2022 zijn ook de transitielichtingen klaar. Dan is het oude onderwijs verleden tijd en kan vanaf 2023 volledig PO21 worden gedraaid. Naar verwachting zal dat druk wegnemen bij de docenten, waardoor die meer ruimte krijgen voor begeleiding en professionalisering. Iets waar de studenten op hun beurt weer van profiteren.
Geen nadelig stempel
De politiebonden zijn blij met dit perspectief, zeker gezien de enorme potentie van P021: ‘Op de plekken waar het goed draait, is iedereen hartstikke enthousiast’. Ze willen echter wel dat de huidige studenten niet de dupe worden van hun toevallige deelname aan de rommelige startfase van deze onderwijsvernieuwing. ‘We moeten voorkomen dat ze gezien gaan worden als collega’s met een gemankeerde basisopleiding. Zo’n nadelig stempel gun je niemand. Daar kun je jaren last van hebben. Het is ook niet reëel of terecht. Dus die cultuur moeten we met elkaar een beetje in de gaten houden.’
De NPB blijft ook het komende jaar de PO21-ervaringen van zijn leden zorgvuldig monitoren, onder andere door deze zomer een nieuwe digitale enquête te houden. In de tussentijd volgen we jullie wel en wee door werkbezoeken aan de locaties van de Politieacademie. En natuurlijk door alle (hulp)vragen van studenten, docenten en begeleiders te beantwoorden die ons bereiken via het digitale NPB-Studentenloket.
Studentenloket
tekst: Dick Harte | foto's: Stevie Heuer / Shutterstock / NPB-archief