NPB Jong
Politiek ondermijnt kwaliteit politiewerk
Door kortzichtig beleid vanuit ‘Den Haag’ dreigt de Nationale Politie over een paar jaar voor een groot deel te bestaan uit slecht opgeleide, onervaren agenten. NPB-bestuurder Leen Spoor: ‘Rutte III heeft veel te laat de geldkraan opengezet om te investeren in nieuw personeel. Aan de noodsprongen die nu gemaakt worden om de personeelstekorten in te dammen zitten veel haken en ogen.’
Het heeft voor velen langer geduurd dan verwacht, maar sinds kort bereiken ook bij de politie steeds meer babyboomers het punt waarop ze kunnen beginnen aan hun (vervroegd) pensioen. Naar verwachting zullen binnen een paar jaar zo’n 11.000 agenten en rechercheurs om die reden het korps hebben verlaten.
Die moeten uiteraard vervangen worden om de operationele sterkte op peil te houden. Daarnaast heeft het kabinet Rutte-III geld beschikbaar gesteld om die sterkte blijvend met zo’n tweeduizend man te versterken. (Een correctie op het besluit van Rutte I en II om drieduizend agenten en rechercheurs weg te bezuinigen, maar dit terzijde.)
Digitaal onderwijs
Die nieuwe agenten worden nu met stoom en kokend water geworven en opgeleid. De selectie- en sollicitatieprocedure verloopt grotendeels digitaal en het huisbezoek is geschrapt als onderdeel van de screening. Sinds vorig jaar krijgen aspiranten een verkorte basisopleiding (twee in plaats van drie jaar) en zijn de lessen grotendeels online – mede door corona.
Volgens demissionair minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid zou de kortere opleiding niet ‘ten koste van de kwaliteit’ gaan. NPB-eenheidsbestuurder Leen Spoor betwijfelt dat. ‘Digitaal onderwijs functioneert alleen als aanvulling op onderwijs waar de docent nog met regelmaat voor de klas staat.’
Agenten merken nu al ‘bijna dagelijks’ dat het niveau van student-agenten achteruit gaat, vertelde een brigadier uit Noord-Holland anoniem tegen het AD. Hij ziet dat agenten die net van de academie komen niet altijd weten wat ze moeten doen bij huiselijk geweld of een complexe aanrijding. ‘Die eerste momenten zijn cruciaal om sporen goed veilig te stellen. En dat moet je meteen goed doen, anders gaat er bewijs verloren.’
‘Beginnersfouten’
De vrees is, zegt hij, dat het proces-verbaal van zo’n verwijtbaar ongeval dan niet goed is, bij het Openbaar Ministerie terechtkomt en dan wordt geseponeerd. De verdachte wordt dan niet vervolgd. ‘Dan is al het onderzoek voor niks geweest.’ Een hoofdagent uit Amsterdam liet het AD weten dat dergelijke ‘beginnersfouten’ nu nog uit ‘loyaliteit’ worden opgevangen door meer ervaren collega’s. ‘Maar dat houdt een keer op.’
Volgens Grapperhaus moeten de agenten het vak meer ‘on the job’ leren. Spoor: ‘Maar daarbij moeten ze wel worden begeleid. De collega’s die dat doen worden uit de operationele sterkte gehaald. En daar wordt al zoveel roofbouw gepleegd op de collega’s.’
Praktijkbegeleiders
Wijkagenten worden door demissionair premier Mark Rutte regelmatig omschreven als de onmisbare ‘ogen en oren’ van de politie. In het AD vertelt een wijkagent uit Rotterdam echter dat ze vanwege capaciteitsproblemen vooral nog in de noodhulp werkt – de auto’s die gaan rijden als er een 112-telefoontje binnenkomt. Daarbij begeleidt ze dan ook studenten. Ze weet zeker dat ze niet de enige is. ‘Ik ben officieel honderd procent wijkagent, maar ik kom er niet aan toe. Heel eerlijk? Ik heb geen idee wat er nu in mijn wijk speelt.’
Toen ze zelf nog agent-in-opleiding was, ging het anders. Toen reden student-agenten in een ‘extra’ politieauto naar oproepen om het werk af te kijken en te leren, van een afstandje als het ware. Nu rijden door de personeelstekorten soms twee student-agenten samen op één auto.
Meteen het diepe in
Volgens de hoofdagent kan dat ook schadelijk zijn voor de jonge agenten zelf. ‘Bijvoorbeeld bij een heftige melding zoals een treinongeval waarbij iemand door midden is gereden. Dan is er niemand die tegen zo’n beginnend agent zegt ‘Sla deze maar even over’. Dan kunnen ze ook ziek uitvallen.’
NPB-bestuurder Leen Spoor vreest dat studenten niet voldoende tijd hebben om zich het vak goed eigen te maken doordat ze meteen als volwaardig agent worden ingezet op straat. Voor de lange termijn maakt hij zich zorgen over de mentale weerbaarheid van deze vaak jonge agenten. ‘We wisten tien jaar terug al dat deze pensioengolf eraan kwam. Waarom is daar niet eerder op geacteerd door politiek Den Haag? Ze zijn de politie echt aan het ruïneren.’
Politiek wanbeleid
Volgens Spoor treft de Politieacademie zelf geen blaam. ‘Met veel passie en inzet proberen zij de grote hordes studenten op te leiden tot vakbekwame politiemensen. Maar ze moeten roeien met de riemen die ze hebben. Het ontbreekt hen vaak aan mankracht en faciliteiten. Een ander gevolg van jarenlang politiek wanbeleid.’
De docenten hebben het druk door de extreem hoge instroom van nieuwe politiestudenten. ‘Voorheen waren er externe examinatoren, maar nu moeten docenten zelf examens afnemen. Daar gaat heel veel tijd in zitten,’ zegt Spoor.
Salarisachterstand
Het vervuld krijgen van vacatures is lastig. Zowel intern als extern houdt de belangstelling niet over. ‘Het salaris voor politiedocenten is behoorlijk mager,’ aldus Spoor. ‘Als hoofdagent met onregelmatige diensten verdien je tegenwoordig meer.’ Ook blijft het salaris van docenten op de Politieacademie achter bij dat van hun collega’s op hogescholen. Die zullen daardoor ook niet gauw geneigd zijn een overstap naar het korps te maken. ‘En dat terwijl de Politieacademie de komende jaren voor een ongekende megaklus staat.’
tekst: Dick Harte | foto's: Stevie Heuer