In de ondernemingsraden van de eenheden Zeeland-West-Brabant en Den Haag ontbreekt de komende vier jaar een NPB-fractie. In het geval van Zeeland-West-Brabant komt dat door een ongelukkige samenloop van omstandigheden, die ervoor zorgde dat de NPB-afdeling bij het produceren van haar kandidatenlijst niet (meer) op tijd aan alle zorgvuldigheidseisen van het hoofdbestuur kon voldoen.

De NPB-afdeling Den Haag daarentegen heeft bewust afgezien van deelname aan de OR-verkiezingen. In plaats daarvan heeft men gekozen voor het uitvoeren van een pilot met een nieuwe vorm van medezeggenschap, samen met de afdeling Den Haag van politievakorganisatie ACP. Zoals bekend streven de hoofdbesturen van de NPB en de ACP gezamenlijk naar het organiseren van andere manieren van medewerkersparticipatie. Het Haagse proefproject is bedoeld als ondersteuning van dat streven en wordt momenteel op afdelingsniveau uitgewerkt.

Tot slot deed de NPB ook in de eenheid Limburg niet mee aan de OR-verkiezingen. Dat was het gevolg van een opmerkelijk stembusakkoord tussen de politiebonden NPB, ACP, ANPV en Equipe. Zij besloten in de aanloop naar de verkiezingen een gezamenlijke kieslijst met negentien kandidaten samen te stellen, gebaseerd op de onderlinge zetelverdeling na de verkiezingen in 2017.

Toen er naast deze lijst geen zogenaamde ‘vrije lijst’ bij de kiescommissie werd ingediend – een lijst met kandidaten buiten de bonden om – waren verkiezingen overbodig. Daardoor kwamen per bond alle kandidaten in de OR, getalsmatig dus in dezelfde verhouding als de vorige keer. Ook de komende jaren telt de NPB-fractie in de OR van Limburg dan ook weer tien leden.

De belangstelling voor de OR-verkiezingen hield niet over: in de twaalf eenheden waar ze werden gehouden nam gemiddeld 34 procent van de collega’s de moeite om zijn stem uit te brengen. Regionale uitschieters zijn Noord-Nederland en vooral Noord-Holland.