in memoriam

‘Rechercheren
is een vak’

In Memoriam Jan Blaauw

Op 20 december 2020 overleed op 92-jarige leeftijd de bekende Rotterdamse politieman, hoofdcommisaris en schrijver Jan Blaauw. Een jaar later kijkt NPB-voorzitter Jan Struijs terug op het leven en werk van deze bijzondere politieman, die voor hem een onvergetelijke leermeester was. ‘Zijn vakmanschap, rechtvaardigheidsgevoel en warme zal ik blijven koesteren als een waardevol cadeau en inspirerend voorbeeld.’

Mijn eerste ontmoeting met Jan Blaauw vond plaats in 1982. Hij was toen 54 en had zich in tweeëndertig jaar opgewerkt van straatagent tot chef van de gehele Rotterdamse recherche. Ik was 21 en twee jaar eerder aan mijn politieloopbaan begonnen als Rotterdamse straatagent. Nu vond ik het tijd voor een overstap naar de recherche aan het Marconiplein, zodat ik de grote boeven kon gaan vangen.

Duidelijke richtlijn

Omdat ik nog geen vijf jaar straatervaring had, moest ik van Blaauw dispensatie krijgen van deze eis. Voordat hij die beslissing nam, wilde hij me eerst spreken. Hij nam me een soort verhoor af en vervolgens gaf hij me op indringende toon een duidelijke richtlijn mee. Ik heb er destijds even zenuwachtig als aandachtig naar geluisterd en zal hem nooit vergeten.

‘Rechercheren is een vak,’ zei Blaauw. ‘Dat betekent dat je als rechercheur nooit bent uitgeleerd. Jij bent eigenlijk nog te kort in dienst om in dat vak aan de slag te gaan, maar jouw generatie verdient een kans. Kijk verder dan alleen de moorden en grote drugsincidenten. Het loopt uit de hand met de georganiseerde misdaad; die zal steeds internationaler worden.’ Aan deze profetische woorden moet ik nog vaak denken.

Internationale oriëntatie

Al vroeg in zijn politieloopbaan ontdekte Blaauw dat de opsporing zijn grote belangstelling had. Hij begon internationale contacten te leggen, vooral om meer te weten te komen over de recherchemethoden en -technieken in andere landen. Begin jaren zestig volgde hij een cursus moordonderzoek bij het Britse Scotland Yard en raakte hij betrokken bij het onderzoek naar de Londense seriemoordenaar Jack the Stripper.


In 1966 liep Blaauw op eigen kosten stage bij de afdelingen drugs en homicide van de politiekorpsen van Chicago en Kansas City. Daartoe persoonlijk uitgenodigd door de beruchte FBI-tsaar J. Edgar Hoover (FOTO) volgde hij in 1971 – wederom op eigen kosten – de FBI-opleiding en behaalde als eerste Nederlander het FBI-diploma.

Opsporing verzocht

De kennis die Blaauw in Amerika verwierf, bracht hij in praktijk bij de Nederlandse recherche. Hij schreef uitgebreide artikelen over bijvoorbeeld de ins en outs van het politieverhoor en het handelen bij een bomalarm. Ook maakt hij zich sterk voor de invoering van een opsporingsprogramma op televisie, wat in 1975 leidde tot de lancering van het nog altijd bestaande en goed bekeken Opsporing Verzocht. In het kader van de drugsbestrijding legt hij werkbezoeken af in Thailand en Indonesië.

1987: Hoofdcommissaris Jan Blaauw bij het huis van toenmalig minister-president Ruud Lubbers, nadat daar een brandbom naar binnen was gegooid.

Nadat hij in Rotterdam enkele pijnlijke corruptiegevallen had afgehandeld, wilde hij daar alles van weten. Zijn conclusies over dit onderwerp legde hij vast in het door hem geschreven handboek Criminele tactiek. Daarin somde hij de zeven D’s op die mensen tot corruptie konden aanzetten: drank, dames, drugs, dubbeltjes, dalven, dobbelen en dirty tricks.


Hij drong erop aan dat doorlopend de eigentijdse afbreukrisico’s benoemd moesten worden. Een jaar voor zijn overlijden vond hij (digitale) bedreiging en (cyber)naïviteit cruciale nieuwe factoren op dat gebied. Hoe dan ook: van elk corruptiegeval moest worden geleerd.

IJzersterk geheugen

Zelf had hij daar geen moeite mee. Blaauw hield van studeren en had daarnaast een ijzersterk geheugen. Hij schreef na zijn pensioen zestien boeken, onder andere over Rotterdamse recherchezaken uit het verleden. Soms kwam hij dan vooraf met mij herinneringen aan een zaak ophalen en naar bepaalde details informeren. Vaak was dat in feite een double check, aangezien hij die details veel beter paraat bleek te hebben dan ik.


Blaauw stond bekend als streng maar rechtvaardig. Als rechercheur moest ik op een gegeven moment op het matje komen bij Bram Peper, de toenmalige burgemeester van Rotterdam. Ik had meerdere keren publiekelijk uitgesproken dat ik het toenmalige drugsbeleid hopeloos verouderd vond. Dat had geleid tot lastige vragen vanuit de gemeenteraad.


Het eerste wat de burgemeester me vertelde was dat hij gebeld was door Jan Blaauw. Die had hem laten weten dat Struijs zijn hart iets te veel op zijn tong droeg, maar toch een goede vent was. ‘In de kern heeft hij gelijk. Jammer dat hij zichzelf zo graag hoort praten.’ Daarna schoot Peper in de lach en zei: ‘Dit wordt je gemakkelijke gesprek van vandaag. Hierna moet je naar Jan Blaauw om uit te leggen hoe het wel moet. Geef mij de gemeenteraad maar!’

Verwaarlozing recherche

In februari 2018 publiceerde de Nederlandse Politiebond (NPB) een aanklacht tegen de verwaarlozing van de recherche door de politiek. In de nasleep van de aandacht voor deze Noodkreet Recherche sprak ik Jan Blaauw uitvoerig.


Hij vond ook dat er al jaren te weinig geïnvesteerd werd in het recherchewerk als vak en was blij met ons verzet daartegen. Hij zei me indringend dat het goed zou zijn als de politie meer ruimte maakte voor talenten. Tegen de stroom in had hij mij destijds de kans gegeven die hij vele anderen ook heeft gegund. Jonge rechercheurs gekoppeld aan ervaren mensen was voor hem de ideale situatie.


Op 7 februari 2020 werd de kleinzoon van Jan Blaauw beëdigd als agent. Jordy (23) trad daarmee in de voetsporen van zijn oom Hans, grootvader Jan en overgrootvader Johan Blaauw.


Hans van Straten, Ben Loch, Cees Breeweg en Daan Barto – het zijn zomaar een paar recherchechefs die vele moorden hebben opgelost onder leiding van Jan Blaauw. Net als deze en talloze andere politiecollega’s voel ik me bevoorrecht dat ik deze unieke leerschool heb mogen doorlopen. Het vakmanschap van Jan Blaauw, zijn rechtvaardigheidsgevoel en zijn warmte zal ik blijven koesteren als een waardevol cadeau en een inspirerend voorbeeld.

Jan Blaauw op zijn zolderkamer, een jaar voor zijn overlijden.

tekst Jan Struijs en Dick Harte | foto's: WikiMedia en Joop van der Hor