politie-cao 2021

foto Frank Zwinkels

Beter een half ei...

Op maandag 28 juni hebben demissionair minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid, korpschef Van Essen van de Nationale Politie en de voorzitters van de vier politiebonden hun handtekening gezet onder een politie-cao voor 2021. Acht maanden na de start van de onderhandelingen is het bereikte afsprakenpakket daarmee omgezet in een officieel akkoord.

Op donderdag 24 juni namen de NPB, ACP, ANPV en Equipe elk binnen hun eigen vereniging het officiële besluit om al dan niet definitief akkoord te gaan met het onderhandelingsresultaat. In het geval van de NPB gebeurde dat – zoals in de statuten voorgeschreven – door de gekozen ledenvertegenwoordigers in de voor deze gelegenheid tussentijds bijeengeroepen Bondsraad.


Een belangrijke rol in de finale besluitvorming speelde de uitkomst van de digitale ledenpeiling die de bonden ieder voor zich hadden gehouden tussen zaterdag 12 en maandag 21 juni. Daaraan deden in totaal 9.241 collega’s mee, onder wie 4.053 NPB-leden.

Uitkomst ledenpeiling NPB, ACP, ANPV en Equipe

De kernvraag in de ledenpeiling was: vindt u het onderhandelingsresultaat goed genoeg om te laten ondertekenen door uw bond? Over de hele linie antwoordde zeventig procent van de respondenten daar instemmend op. Een kwart van de respondenten (25 procent) vond het bereikte afsprakenpakket onvoldoende voor een definitief akkoord. Vijf procent had daar geen duidelijk oordeel over paraat.


Van de 4.054 NPB-leden die aan de ledenpeiling deelnamen, gaf ruim twee derde (68 procent) zijn zegen aan de ondertekening. Ruim een kwart (28 procent) zag het onderhandelingsresultaat liever in de prullenbak verdwijnen. Vier procent liet weten geen duidelijk oordeel te kunnen of willen vellen.

Uitkomst ledenpeiling NPB

Loonbod te laag

Eind december 2020 ontspoorden de onderhandelingen over een nieuwe politie-cao. Minister Grapperhaus en het kabinet Rutte III hielden vast aan een cao voor een periode van anderhalf jaar: van 1 januari 2021 tot 1 juli 2022. Voor die achttien maanden boden ze een structurele loonsverhoging van 1,3 procent in twee fasen: 1,1 procent vanaf 1 januari 2021 en 0,2 procent vanaf 1 januari 2022. Daarnaast was de werkgever bereid twee keer een eenmalig bedrag van € 300 uit te keren. De politiebonden waren op zich tevreden over het pakket van twintig andere verbeteringsafspraken waarover wel overeenstemming was bereikt, maar besloten toch actie te gaan voeren voor de kers op de taart: een hoger loonbod.

Alsnog zaken doen

Na vier maanden actievoeren werd duidelijk dat de formatie van een nieuw kabinet (Rutte IV?) wel eens heel lang kon gaan duren of zelfs mislukken. Dat verhoogde het risico dat het afsprakenpakket van december 2020 aan politieke houdbaarheid zou inboeten. Sowieso zouden de onderhandelingen na de komst van een nieuw kabinet weer helemaal van vooraf aan moeten beginnen. En de ervaring leert dat een nieuwe politieminister in zo’n situatie niet gauw te porren is voor het betalen van loonsverhogingen over een periode die onder zijn voorganger viel.


Tegelijkertijd moest de politiek in 2021 keer op keer een beroep doen op extra inzet van de politie om het coronabeleid te handhaven – een situatie waarin een cao-conflict politiek slecht uitkomt. Begin mei telden de politiebonden en de werkgever hun knopen en besloten om in het belang van de politiemensen alsnog zaken te doen – in ieder geval voor het jaar 2021.

Hervatting onderhandelingen

De bonden forceerden een opening in het conflict door in het weekend van 8 en 9 mei de actiedruk onverwacht op te voeren en te dreigen met een werkonderbreking bij de politie tijdens de voetbalklassieker Feyenoord-Ajax. Minister Grapperhaus verklaarde zich vervolgens bereid om de cao-onderhandelingen te hervatten. Hij ging ook akkoord met het voorstel van de bonden om tegelijk met een nieuwe cao nieuwe initiatieven af te spreken om politiemensen en hun gezinnen te beschermen tegen geweldsrisico’s en ondanks alle capaciteitsproblemen voldoende verlofmogelijkheden te bieden in 2021.

Iets beter loonbod

Binnen zijn beperkte (financiële) mogelijkheden als demissionair politieminister legde Grapperhaus een iets beter loonbod op tafel dan in december 2020, namelijk een structurele loonsverhoging van 1,3 procent en eenmalige uitkering van € 750 voor een periode van één in plaats van anderhalf jaar. Een verbetering van 0,2 procent structureel en € 450 eenmalig. De bonden hebben dit als onderhandelingsresultaat geaccepteerd, vanuit de overtuiging daarmee voor 2021 het onderste uit de politieke kan te hebben gehaald.

Doorpakken naar cao vanaf 2022

Uiteraard blijven de bonden zich sterk maken voor een verdere verbetering van de beloning van het politiewerk vanaf januari 2022. Daarover zal dan politiek zaken moeten worden gedaan met een volwaardig nieuw kabinet en een volwaardige nieuwe politieminister. Praktische resultaten op dat gebied zijn dan ook pas te verwachten in 2022.


Dat geldt ook voor de uitwerking van een structurele vroegpensioenregeling voor de politiesector vanaf 2025 (op basis van het pensioenakkoord uit 2019) en een eigentijds loopbaan- en capaciteitsbeleid binnen het korps. Met de werkgever is afgesproken de besprekingen over deze onderwerpen in ieder geval warm te houden in de aanloop naar nieuwe onderhandelingen over een politie-cao vanaf 2022.

Ondertekende cao-tekst

Tekst Dick Harte | foto's: Frank Zwinkels