vitaliteit

‘Weerbaarheid is geen project, maar een fundament’


Als docent aan de Politieacademie wil hij dat het thema ‘weerbaarheid’ een rode draad wordt in de lesprogramma’s. En dan niet omdat het woord op dit moment zo’n hype beleeft. Integen­deel. ‘Het is de noodzakelijke basis voor elke politiemedewerker. Omdat het werk op allerlei manieren gewoon extreem veel van je kan vragen. In fysiek, mentaal en moreel opzicht’, verduidelijkt John Kuiper op een vertrouwen­wekkende, rustige manier. Om ver­volgens op zijn knieën een heftige praktijksituatie na te bootsen. Waar­mee hij meteen duidelijk zijn grote gedrevenheid en passie toont.

Veel van zijn bezieling komt vanuit het dubbele van de huidige situatie. ‘Van­uit de politiek en de leiding wordt veel gepraat over de weerbaarheid van politiemensen. Dat het zo belangrijk is dat politiemensen bestand zijn tegen de agressie, de druk, de morele dilem­ma’s die je in het werk tegen­komt. Dat wordt - terecht - heel belangrijk gevonden’, stelt de PA-docent.

Nauwelijks een rol

‘Tegelijkertijd speelt het tijdens de opleiding van die agenten nauwelijks nog een rol. ‘Iedereen zegt dat het belangrijk is, maar niemand wordt er echt voor vrijgemaakt. Op elke locatie zou een docent fulltime bezig moeten zijn met het thema. Nu doe ik het er ‘bij’, naast mijn gewone taken. Dat is niet houdbaar. En daardoor krijgt en houdt weerbaarheid niet de belangrijke plaats in de basispolitieopleiding, die het hoort te hebben. Het zou er als rode draad in moeten zitten, gepland in theorie­lessen en simulaties.’ Vanuit zijn eigen situatie weet hij waarom: ‘Docenten moeten het erbij doen, terwijl het vanzelfsprekend zou moeten zijn in het denken en hande­len. Omdat de werklast van docenten hoog is, moeten ze prioriteren. Dan kiezen ze voor het vakgebied waarin ze moeten lesgeven. Dat geldt zeker niet voor alle docenten. Er zijn er die dit vanuit persoonlijke interesse en motivatie toch voor elkaar krijgen.’

Structurele plek in lesprogramma

Binnen de Politieacademie Rotterdam is hij daarom een vurig pleitbezorger voor meer en structurele lessen in weerbaarheid. ‘We gaan binnen het lesprogramma in op de drie pijlers van weerbaarheid: fysiek, mentaal en moreel’, legt hij uit. ‘Deze pijlers zijn onlos­makelijk met elkaar verbonden. Ze versterken elkaar. Daarom kunnen ze niet los van elkaar gezien worden. Er is een aantoonbare wetenschappelijke samen­hang dat een goede basis van deze drie pijlers ervoor zorgt dat mensen eerder en beter de juiste afwegingen maken. Zodra je een goed ontwikkeld moreel kompas hebt, zul je gedreven handelen volgens de kern­waarden van de politie. Dat heeft op zijn beurt weer een positieve weerslag op elementen zoals zingeving en het werk­plezier.’

John Kuiper in de door zijn inspanning gerealiseerde fitnessruimte op de Politieacademie in Rotterdam.

Fysiek faciliteren

Hij geeft meteen aan dat het fysieke deel het duidelijkst zal zijn. ‘Fysieke weerbaar­heid kun je meten. Wat we als Politieacademie vooral kunnen doen, is faciliteren dat onze studenten aan hun fysieke conditie en daarmee weerbaarheid kunnen werken.’ Dat brengt hem bijvoorbeeld bij de nieuwe eigen fitnessruimte die hij in Rotter­dam heeft kunnen realiseren. ‘Het heeft best wat doorzettingsvermogen en overredingskracht gekost. Maar uiteindelijk hebben we hier nu een prachtig uit­gevoerde, grote ruimte waar studenten vrij en goed kunnen werken aan die fysieke weerbaarheid.’

Mentale weerbaarheid als rode draad

De mentale weerbaarheid komt in zo praktisch mogelijke lessen aan bod. John: ‘Zo laten we studenten kennis­maken met de mentale tools in theorielessen. Daarna kunnen ze in een veilige setting de eerste ervaringen opdoen. Om ze vervolgens in diverse lessen en simulatietrainingen te laten experimenteren met de tools. Als voorbeeld: dat ze in stressvolle situaties hun ademhaling leren regu­leren. Daardoor houden ze beter over­zicht en kunnen ze goede beslissingen nemen. Op zijn knieën bootst hij in het kantoor van zijn teamchef de scenario’s na. En hij laat zien hoe aandacht voor zijn adem­haling weer rust en overzicht terug­brengt. ‘Je kunt dit niet genoeg oefenen, omdat je het dan tot deel van je routine maakt. De dage­lijkse praktijk van nu toont ook aan dat je deze vaardigheden en nuttige tools als beginnend agent vanaf dag één nodig zult hebben. In latere kwartielen zullen studenten de tools moeten kunnen toepassen tijdens het praktijkleren. Dat vraagt ook kennis en kunde van het begeleidingsteam.’

Niet gemakkelijk

De derde pijler - morele weerbaarheid - blijft het lastigst om te trainen, geeft de PA-docent toe. ‘Hier kom je op een terrein dat heel diep je persoonlijkheid raakt. Maar het gaat ook over sociale processen tussen mensen in de organisatie. Een organisatie waarin hiërarchie en discipline toch een grote rol spelen. Voor een student is het bijvoorbeeld een dilemma of je een praktijkbegeleider of ervaren collega op grensoverschrijdend gedrag aan­spreekt. In feite vraagt de organisatie het wel van je, maar als student ben je voor je toekomst wel afhankelijk van die persoon’, verduidelijkt hij. ‘Morele dilemma’s bespreken we aan de hand van confronterende films. En we dagen studenten uit om hun ervaringen te delen. Want juist het zwijgen leidt vaak tot problemen. Toch begrijp ik dat het lastig is. Het oefenen tijdens de op­leiding kan het wel gemakkelijker maken. We streven hierbij de vorming van het moreel kompas na. Door het ontwikkelen en bijstellen tijdens lessen, met reflectie en groeps­gesprek­ken over individuele normen. En over de waarden en de kernwaarden die de politie nastreeft. Soms schrijft de wet of een protocol iets voor waarbij je als politie­ambtenaar echter voelt dat het geen recht doet aan de situatie. Hoe handel je dan? Wat zijn de handelings­alternatieven?’

Op alle academies

John komt nogmaals terug op het grote belang om weerbaarheid hoog op de agenda te zetten. ‘Politiewerk is gewoon zwaar werk. Voor je lijf, je geest én je normen en waarden. Dat moet je trainen, verdiepen en struc­tureel begeleiden. Dat is zo voor studenten, maar eigenlijk geldt het voor je hele carrière bij de politie. Weerbaarheid is geen project, het is een fundamenteel onderdeel van het politie­vak.’ Het verklaart meteen zijn missie om de drie-eenheid van weerbaarheid in elk geval centraal in het lesprogramma van alle Politie­academies te krijgen. Het is ook in het belang van de organisatie dat weerbare dienders minder verzuimen. Verder mag en moet de burger kunnen rekenen op die professionaliteit, het professionele vakmanschap van politiemedewerkers.’


Hij besluit: ‘In het ideale geval zou er per locatie minstens één docent moeten zijn, die zich uitsluitend richt op fysieke, mentale en morele weer­baarheid. Omdat studenten al op de eerste praktijkdag geconfronteerd kunnen worden met de zwaarste incidenten. Daarom werk ik elke dag opnieuw aan dat doel. Door landelijk te overleggen, maar ook door te blijven strijden binnen mijn eigen Politie­academie. Voor politiemensen zijn het echt onmisbare vaardigheden om je te wapenen in de huidige praktijk.'

tekst en foto's: Jos de Blank