werkorganisatie

‘Naast leden staan, 
is het belangrijkst’

Op de vraag naar haar belangrijkste drijfveer in het werk antwoordt ze zonder aarzelen: ‘Mijn rechtvaardig­heidsgevoel’. Om meteen aan te vullen: ‘Vooral als het om een kwets­bare groep gaat.’ Een combinatie van beide heeft Eva dan ook laten kiezen voor een baan als procesjurist bij de NPB. ‘Politiemensen hebben een heel bijzondere maar kwetsbare positie. Maatschappelijk, in hun werk maar ook richting de werkgever. Ze hebben bijvoorbeeld te maken met een ambts­eed en de sterke hiërarchie in de organisatie. Zaken die je als ‘gewone’ werknemer niet of in mindere mate kent. Ik vind daarom dat ze de aller­beste bescherming en belangen­behartiging verdienen, die mogelijk is.’

Sinds begin dit jaar werkt Eva (41) nu bij de NPB. Die keuze voor een functie bij de afdeling Individuele Belangen­behartiging kwam na verschillende juridische functies, waaronder die als advocaat en docent aan een universi­teit . ‘Ooit ben ik na mijn studie Privaat­recht begonnen bij de Raad van State. Daar moest ik slechts op basis van documenten staatsraden juridisch ondersteunen bij het doen van uit­spraken . Op die plek heb ik meteen geleerd dat ik de menselijke factor, het contact, heel erg miste.’

Passie

Aansluitend begon ze als advocaat op een kantoor op het gebied van vast­goed-, ondernemings-, en arbeids­recht. ‘Ik heb door de jaren heen ontdekt dat ik het bestuursrecht het leukst vind. Dat is de rechtsvorm waarmee ook politie­mede­werkers, als werknemers bij de overheid, te maken hebben. Het ‘wiskundige’ van deze vorm van het recht spreekt me heel erg aan. In het bestuursrecht en met name het ambtenarenrecht is veel meer geregeld, staat veel meer vast. Ik hou daar wel van. Het is een beetje wiskundig en precies. Dat ligt me goed’, legt ze uit. ‘Tegelijkertijd zoek ik dus ook de dynamiek van de sociale interactie. Die menselijke factor moet er absoluut in zitten.’

Ideale mix

Toen de baan als procesjurist bij de NPB op haar pad kwam, zag ze die ideale mix meteen. ‘Al helemaal omdat ik het werk van politiemensen bewon­derenswaardig vind. Ik heb het politie­werk ook altijd heel interessant gevonden. Volgens mij zou ik een heel goede rechercheur zijn geweest. Goed speurwerk vormt in mijn huidige functie natuurlijk ook een waardevol deel’, vertelt ze met een brede glim­lach. ‘In dat bijzondere, boeiende maar ook zware werk zijn politiemensen wel heel kwetsbaar. Niet alleen fysiek, maar zeker ook qua rechtspositie. Om juist deze mensen te beschermen en hun belangen te kunnen behartigen, dat maakt het werk bij de NPB zo interessant voor mij.’

Samen met de leden

Intussen werkt ze ruim driekwart jaar als procesjurist. ‘Het is helemaal wat ik ervan verwachtte. Het werk is heel divers. Bovendien heb ik dus nauw contact met de leden die onze hulp inroepen’, geeft Eva aan. Ze legt uit dat ze, nadat een lid zich heeft gemeld bij de NPB, bepaalde dossiers onder haar hoede neemt. ‘Vanaf dat moment ben ik heel direct betrokken. Ik vind het belangrijk om de vertaalslag te maken van emoties naar juridische feiten, zodat een zaak helder op tafel komt bij de werkgever of rechter. Dan begeleid ik de leden tijdens procedures tegen de werkgever, bijvoorbeeld bij bezwaar­procedures of zittingen bij de bestuurs­rechter. Ik adviseer over de juridische mogelijkheden en weeg samen met hen af of een zaak door­gezet moet worden.’

‘Zonder vakbonden hadden we vandaag niet de arbeids­rechten die we met z’n allen nu vanzelfsprekend vinden’

Belang van vakbonden

De keuze voor een baan bij de NPB komt trouwens zeker voort uit haar vaste overtuiging van het belang van vakbonden. ‘Zonder vakbonden hadden we vandaag niet de arbeids­rechten die we met z’n allen nu van­zelf­sprekend vinden,’ zegt ze. Ze wijst op de lange geschiedenis van strijd voor eerlijke lonen, veilige werk­omstan­dig­heden en werktijden die menselijk zijn. ‘Mensen beseffen vaak niet dat daar letter­lijk voor is gestreden – met stakingen, met offers. En dat we die rechten dus ook weer kunnen kwijtraken als we niet alert blijven.’ Volgens haar ligt er daarom een belangrijke taak voor moderne bonden om dit verhaal levend te houden. ‘De politie­vak­bond is niet alleen een vangnet als het misgaat. Het is ook een stem die waakt over het grotere geheel. Daarom zijn naast de indivi­duele belangen de solidariteit en collectiviteit zo belangrijk.”

Eva besluit: ‘Politiemensen zijn dienst­baar en loyaal. En de hiërarchie binnen de politie maakt dat ze vaak niet gewend zijn om tegen hun werkgever in te gaan. Tegelijkertijd is het werk dat zij doen belangrijk en zwaar. Dan raakt het me als ik zie dat zaken niet altijd conform het juridisch kader worden afgehandeld. Op die momenten vind ik het belangrijk om naast een lid te staan en ervoor te zorgen dat rechten worden bewaakt. Vanuit mijn recht­vaardigheidsgevoel is dat heel belangrijk.’

tekst en foto's: Jos de Blank