column

Professionele ruimte

De afgelopen tijd hoor je steeds vaker over concepten als Deep Democracy en Medewerkerparticipatie. Persoon­lijk heb ik de positieve effecten van deze benaderingen al jaren geleden ervaren – onbewust, want van die termen hadden we toen nog niet gehoord. Helaas heb ik ook gezien hoe ze kunnen verwateren. Dat is echt zonde en daarom vind ik dat we onze collega’s binnen de politie (meer) professionele ruimte moeten geven en (meer) moeten vertrouwen op hun eigen kennis en ervaring.

Soms zie ik binnen de politie mana­gers die voornamelijk gefocust zijn op het afstrepen van cijfertjes en het zetten van vinkjes. Als de bureaucra­tische verant­woording maar in orde is, dan komt alles goed. Ze lijken dan te vergeten hoe belangrijk het is om in de GGP en bij specialistische diensten leiders te hebben met vakinhoudelijke kennis en de motivatie om warme personeelszorg te verlenen. Juist deze leiders zijn het beste in staat om de professionele ruimte van medewerkers te waarborgen en ze te ondersteunen in hun werk.

Zelfstandigheid

Wat bedoel ik met professionele ruimte? Het stellen van vertrouwen in de deskun­digheid en het vakmens­schap van collega’s. Hen de vrijheid geven binnen hun vakgebied zelf­standig beslissingen te nemen en initiatieven te ont­plooien. Dat betekent niet dat sturing en beleidskaders niet meer nodig zijn. Het impliceert wel dat we de inzet van de capaciteiten van onze collega’s zo min mogelijk beper­ken door bureaucratische regels.


Het toekennen van deze professionele ruimte heeft veel voordelen. Het ver­groot de betrokkenheid en motivatie van medewerkers. Die voelen zich gewaardeerd en erkend, wat zorgt voor een hogere mate van tevredenheid en productiviteit. Ook worden ze creatie­ver, wat kan leiden tot innovatie en verbetering van de werk­processen.

Verantwoordelijkheid

Ik heb het zelf mogen ervaren in een team waarin een variant van Deep Democracy en Medewerkerparticipatie werd toegepast. Ik voelde me gehoord. De ervaring van mijn collega’s en mij deed ertoe, ongeacht je rang en functie. Er werd actief naar mijn ideeën en input gevraagd en dat verhoogde mijn motivatie om bij te dragen aan het team. We hadden een leider die ons vertrouwde en die ons stimuleerde zelf de verantwoordelijkheid voor besluiten te nemen. Dat leidde tot een positieve sfeer, waarin we als team boven onszelf uitstegen en goede resultaten behaalden.

Koen Simmers, derde van links, met de Nederlandse delegatie tijdens de ledenvergadering van EuPol.

Helaas zag ik ook hoe dit soort bena­deringen kan verwateren. Dat kan gebeuren als er te veel nadruk wordt gelegd op de strikte naleving van regels en procedures. En dat managers en leidinggevenden vooral bezig zijn met het afvinken van cijfers en targets en een eigen carrière. Dan krijgen mede­werkers het gevoel dat ze niet serieus worden genomen en hun inbreng er niet toe doet. Deze situatie zie ik vaak ontstaan na hoge werkdruk en/of politieke bemoeienis.

Ander leiderschap

Om van professionele ruimte binnen de politie een vaste waarde te maken, moeten we de focus verleggen naar inclusief leiderschap met vakinhoude­lijke kennis en warme personeelszorg. Op dit vlak zie ik goede ontwikkelingen ontstaan. Leiders binnen de politie zijn niet alleen managers maar moeten vooral mentors, coaches en inspirators zijn. Luisteren naar de behoeften en ideeën onze vakmensen en die facili­teren en stimuleren om bij de uitvoe­ring van hun werk het beste uit zichzelf te halen.

Feedback en kritiek

Koen Simmers met EuPol-voorzitter Peter de Smet

Het is ontzettend belangrijk om een cultuur van vertrouwen en open communicatie te creëren en behou­den. Collega’s moeten zich vrij voelen om hun mening te uiten, feedback te geven tijdens een (de)­briefing en fouten te maken zonder angst voor negatieve consequenties. Dat vereist de overtuiging dat ze werken in een omgeving waarin een diversiteit aan perspectieven wordt gewaardeerd en benut.


Op dat punt is er bij de politie op een aantal (specialistische) plekken werk aan de winkel. Onze werkcultuur is nog altijd behoorlijk gesloten, helemaal voor feedback en kritiek van buiten de organisatie. Daarin moet, tot op zekere hoogte, verandering komen als we echt een politie voor iedereen willen zijn. Kritiek van buiten de organisatie over ons optreden vind ik zelf soms ook erg lastig overigens.


Aan die verandering kunnen we ieder voor zich een persoonlijke bijdrage leveren, maar het vereist ook leider­schap dat de professionele ruimte bij de politie sterk houdt. Dat zal resul­teren in een meer veerkrachtige en effectieve organisatie en in meer betrokkenheid, innovatie en samen­werking binnen teams. Bovendien zullen medewerkers zich gewaardeerd voelen, wat een positieve invloed heeft op hun werkplezier, welzijn en veilig en gezond werken.


Laten we samen streven naar zo’n politieorganisatie, waarin de vakmens centraal staat en kennis en professio­naliteit floreren. Ik ben ervan over­tuigd dat we dan gezamenlijk het verschil kunnen maken voor de veiligheid in onze samenleving en binnen de politie.

Koen Simmers

Koen Simmers is lid van het NPB-hoofdbestuur namens de afdeling Zeeland-West-Brabant en sinds 17 mei van dit jaar de opvolger van Albert Springer als penning­meester van de Europese politiebondkoepel EU.Pol. 

tekst: Koen Simmers | foto's: NPB